Uitvoering

Werfinrichting

Alvorens aan de opbouw te kunnen beginnen, moest de werf ingericht worden. De aannemer heeft hier een groot aandeel in, het enige wat wij moesten doen was voldoende plaats voorzien. Zo ruimden we het oude werkhuis en garage op, zodat er plaats kwam voor een kleine werkbank en 'magazijn' voor alle schroeven (enkele duizend) en bevestigingsmaterialen (beugels, hoekijzers, pluggen, chemisch anker, nagels, ...).

Ook voorzagen we voldoende sleutels van de woning, zodat iedereen vlot binnen en buiten kon. We moesten ook één cilinder vervangen, omdat deze teveel versleten was. We kozen hier voor een goedkoop exemplaar. Wie welke sleutel heeft, houden we nauwgezet bij in een Excel bestand. Na de werken plaatsen we duurdere veiligheidscilinders. Mocht er dan toch iemand ongewenst een kopie gemaakt hebben van een sleutel, dan dwarsbomen we die persoon zijn eventueel slechte plannen. Ook heeft de dure cilinder dan geen risico om defect te raken door bouwstof.
Gedurende de hele werffase, zorgen we er natuurlijk voor dat de werf ontoegankelijk is voor onbevoegden. Materiaal bergen we ook steeds netjes op en uit het zicht. Zodat eventuele passanten niet in de verleiding komen. Om die reden bedekken we ook het venster aan de voorgevel met een zeil.

De spoelbak uit de oude keuken verhuisde naar het werkhuis en sloten we daar aan op de riolering. Een verloopstuk op de keukenkraan maakt het mogelijk om een tuinslang aan te sluiten. Zo hebben we ook stromend water en samen met een waterkoker kan je een sopje maken om tassen en borden af te wassen. Ook een koffiezet, kleine kookplaat (om soep op te warmen) en ons paninimachine staan er, zodat we enkele eenvoudige warme snacks kunnen maken.

Tijdens de afbraak verwijderden we de niet-conforme elektriciteit. Met enkele kleine bijkomende aanpassingen waren we in staat de elektriciteit terug te laten keuren. Dit bespaart ons de huur van een werfkast. De keuring gebeurde door https://www.goedkope-keuring.be/ en kostte ons 134 euro. Het noodzakelijke eendraadsschema maakten we met de webtool van https://eendraadschema.goethals-jacobs.be/ en op de plannen van de architect plaatsten we de AREI-symbolen. Die laatste zijn o.a. te downloaden op https://www.shadowhunter.co.uk/nl/downloads.php.

Hoofdgebouw

We kiezen voor een droogbouwsysteem, met houtenvloeren die opgehangen worden tussen de bestaande gemeenschappelijke muren. Dit is een economische afweging en benut de ruimte op de meest ideale manier.

Dak

Onze aannemer stelde voor een gordingendak te plaatsen, gelijkaardig aan wat er eerst was. Dit maakt dat er binnen veel nuttige ruimte onder de zolder blijft.

Het dak krijgt een isolatie laag van 42cm cellulose tussen G-tec uitdikkingspanelen.

Het onderdak bestaat uit harde Celit 4D platen. Deze fungeerde gedurende 2 maanden ook als nooddak, alvorens de pannen gelegd werden.

Voor de pannen kozen we voor zowat de meest courante pan in België, de stormpan 44. Aanvankelijk zouden we deze nieuw aankopen, maar toen we 2 restloten op 2dehands.be vonden, hebben we deze aangeschaft. We kiezen bewust niet voor recuperatiepannen. We konden hier te weinig betrouwbare informatie over vinden. Het meest plausibele verhaal dat we hoorden was dat een pan 100-jaar waterdicht blijft als deze met rust wordt gelaten. Eenmaal verlegd, treedt een versnelde veroudering op, met het risico op lekken. Dat risico wilde zowel onze architect als aannemer niet lopen. En wij ook niet.We denken wel dat recuperatiepannen een plaats hebben op lage gebouwen, waarop geen zonnepanelen liggen. Het jaarlijks inspecteren van de pannen is dan een eenvoudige taak en eventuele vervangingen/herstellingen kunnen dan ook snel uitgevoerd worden.We kozen ook niet voor de driedubbele sluiting (stormpan xx), omdat het niet nodig is. De driedubbele sluiting is vooral relevant voor daken met 

Aanvankelijk wilde we ook onze dakpannen aansluiten op die van de buren. Maar doordat hun nok niet in lijn ligt met de onze en hun pannen niet gewaaierd werden geplaatst, was een aansluiting niet mogelijk. Onze aannemer loste dit elegant op door de plaatsing van een zinken renovatieprofiel. Dit sloot ook uit dat we hun randpannen konden hergebruiken.

Tot slot kozen we ook voor niet geglazuurde dakpannen, omdat deze intuïtief meer dampopen zijn. Indien we nieuwe pannen gekocht zouden hebben, zou het de natuurrode variant geweest zijn, want deze hebben een Nature+ label.

Op het dak plaatsten we ook een valbeveiliging van Flesst die sterk genoeg is om aan te rappellen langs de voor en achter gevel. Dit laat ons toe op een goedkope manier onderhoudswerken te doen aan de zonnepanelen, dakgoot, achtergevel, ...

Dakgoot

Aan de voorkant van de woning hebben we een echte overhangende dakgoot. Voor de afwerking bracht onze aannemer aluminium profiel mee dat hij recupereerde van een andere werf. De kleur is erg 90' en herspuiten had een mogelijkheid geweest. Wij kozen er echter voor om dit niet te doen en de unieke eigenschap als een kracht te gebruiken. Wie omhoog kijkt, herkent ons huis direct aan de blauwe dakgoot die uniek is in de straat.

Alle overige dakgoten zijn bakgoten, welke op de gevel liggen en dus niet overhangen.

Allemaal voorzien van een EPDM rubber en zinken afvoerbuizen. Het regenwater wordt opgevangen in regenputten, voor hergebruik. Zie ook bij het groendak van de aanbouw voor meer info over watermanagement.

Muren

De voorgevel word langs binnen geïsoleerd. Dit is technisch niet de meest eenvoudige manier omdat er bij slechte uitvoering een verhoogd risico is op bouwschade.

Meer technische informatie op https://www.renofase.be/draft-praktijkgids-detaillering-binnenisolatie/

Meer info op https://www.vlaanderen.be/publicaties/binnenisolatie-van-buitenmuren en https://www.buildwise.be/nl/publicaties/buildwise-artikels/2017-03.12/ (betalend).

https://www.buildwise.be/nl/publicaties/videos-webinars/21/ - Webinar

Je controleert ook best of de aannemer beschikt over de juiste opleiding om deze werken correct uit te voeren.

Vloeren

Hiervoor zijn we genoodzaakt gebruik te maken van drie systemen.

De hoofd methode, zijn ringbalken bevestigd met chemisch anker en draadstangen in de bestaande gemeenschappelijke muren. Tussen deze ringbalken worden onbehandelde vloerbalken in ijzerenzadels opgehangen. Tussen de vloerbalken zitten halfweg houten dwarsschotten om het geheel rigider te maken. We kozen er ook voor om te werken met volle houten balken, en niet met engineered wood zoals I-joist's of gelamineerde balken. Zo vermijden we een samengesteld bouwproduct. De volle balken, hebben ook een grotere structurele sterkte in verhouding tot hun hoogte. Het nadeel is wel dat je geen gaten in de balken kan maken voor ventilatiebuizen of andere technieken. Bij I-joist's kan je in de lijfplaat gaten klokken, om in de dwarse richting leidingen er door te voeren. Hierdoor moeten de technieken niet onder de de vloeropbouw komen. Het hergebruik ervan wordt dan wel gereduceerd, want de situatie waarin je ze wil hergebruiken moet dan op gelijkaardige plaatsen doorvoeren willen. Want het aantal gaten dat je kan maken in de lijfplaten van I-joist's is beperkt. Ook moet je reeds in de opbouw alle doorvoeren kennen, want later aanpassingen maken is niet vanzelfsprekend.
Bovenop de vloerbalken ligt een 22mm OSB-plaat, welke vast geschroefd is. Typisch wordt deze verlijmt en genageld, maar dat vonden wij geen circulaire benadering. Onder de vloerbalken wordt bouwpapier geniet, welke met dwarse plafonlatten extra verstevigd wordt. In de vakken die zo gemaakt worden, blazen we cellulose in. Dit beschermt het hout (conservatie door zouten), voegt massa toe aan de woning, heeft een akoestische functie en heeft ook een brandvertragend effect.

Op het gelijkvloers moesten we nog twee bijkomende opbouwen aanwenden. Waar het oude trapgat naar de kelder zit, is een houten roostering gebouwd welke geïsoleerd is met kalkhennep vezels. Op de bestaande betonplaat van de kelder, plaatsen we harde Resol isolatieplaten. Gezien de beperkte hoogte die we hier hebben, kiezen we voor een performant niet-natuurlijk isolatiemateriaal. Aangezien het een beperkte oppervlakte betreft, vinden we deze keuze verantwoord. De andere optie was een perfect goede betonplaat afbreken en voorzien van een houten roostering met cellulose. En dus vele nieuwe materialen aanwenden. Ook hier worden beide vloeropbouwen langsboven voorzien van OSB.

Op de plafond latten kan door middel van korte schroeven een plafondafwerking voorzien worden.

Boven op de OSB kunnen we een vloerafwerking naar keuze plaatsen.

Achtergevel

Klassieke lichte houtstructuur. Afgewerkt met thermowood planchetten. We dachten dit eerst te doen met ceder, maar de kap ervan is niet gereglementeerd. We overwogen ook nog composiet panelen zoals Rockpanel of Trespa, maar stelden ons vragen bij de energie die nodig is voor de recyclage ervan. Ook keken we nog naar inlandse eik, maar dit vereist dikke planken om het verbuigen van het hout tegen te gaan. We onderzochten ook of we aan de slag konden met overschotten uit een houtzagerij. De extra latten structuur die we hiervoor nodig hadden, maakte de opbouw extra gecompliceerd. 'Choose your battles', was de strategie voor deze keuze.

De opbouw maakt gebruik van Celit 3D platen.

Kelder

Hier hadden we origineel te maken met 3 soorten plafonds; houtenbalken, betonplaat en gemetselde gewelven. We behielden alles, al werd de houtenroostering wel herbouwd en voorzien van G-tec uitdikking met cellulose isolatie. Het gewelf waar de oude keldertrap zat werd toegelegd met een houten roostering en opgevuld met kalkhennep vezelfs. En de betonplaat wordt langs de bovenkant na geïsoleerd met Resol platen. Langs de onderkant van houtenroosteringen komen EXIE Board silicaat platen en bovenop werken we alles af met OSB, waarop een demontabele afwerkingsvloer kan komen.

Door de houtenroostering te herbouwen in het voorste deel van het huis, was er ook de gelegenheid om een grote tank van 3000l te plaatsen in de kelder. Hierin vangen we het regenwater van het voorste hellende dak op.

Aanbouw

Muren

Ook hier kiezen we voor een droogbouwsysteem. De achtergevel is een lichte houdstructuur, met aan de buitenkant een hard houtwol plaat waarop de gevelafwerking (pannen en thermowood) geplaatst wordt. Zoals bij het ontwerp besproken, bouwen we deze achtermuur op de bestaande fundering. Mits de nodige herstellingswerken, het aanbrengen van een doorlopende betonnenbalk en kimblokken uit cellenbeton. 

De zijmuren, welke slechts deels bebouwd zijn aan de kant van de buren, isoleren we met kalkhennep vezels van EXIE. Gezien de moeilijke bouw fysica, deden we beroep op een bedrijf dat gespecialiseerd is in de analyse van muren en gevels (zie partners). De wanden worden luchtdicht afgewerkt met de EXIE Board silicaat platen. Dit heeft het uitzicht van een gipskarton muur. Deze beschilderen we met een ecologische damp open leemverf. De dragende houten structuur van deze muren, rust op geprefabriceerde betonnenbalken en cellenbeton blokken. De onderlinge verbinding gebeurd met draadstangen. Dus volledig demontabel en herbruikbaar. En wat wij vooral belangrijk vonden, er is geen spraken van een diepe fundering. Bij de afbraak hebben we zelf mogen ondervinden hoe moeilijk het is ter plaatsen gegoten beton te verwijderen.

Vloer

De vloer is opgebouwd uit 60 cm glasgranulaten van Misapor. In deze granulaten liggen ook PVC rioleringsbuizen. Zowel voor de aansluiting van de septische put als de overlopen van de putten in de tuin. Ook voorzien we twee grote verluchtingsbuizen voor de kelder en een wachtbuis.

Bovenop de glasgranulaten komt 30 cm dezelfde kalkhennep als in de muren tussen een balkenstructuur waarop 22mm OSB platen geschroefd zijn. De OSB platen dienen hier ook als luchtdichting en in tegenstelling tot de andere vloeren, moeten hier alle naden afgeplakt worden. Hierboven komt een damp open houten vloerafwerking.

Dak

Duodak, een combinatie van kurkplaten (12 cm) en cellulose (30 cm). Een volledig isolatiepakket uit cellulose zou vereisen dat we een dampopen afwerking hebben. Dit laat echter de flauwe helling van het zadeldak niet toe. Eigenlijk wordt het nu een platdak met lichtehelling en kunnen we ook zonder problemen een extensief groendak plaatsen aan de noordkant. Als 'kepers' wordt er gebruik gemaakt van I-joist's. Dit is de oplossing met het minste materiaal om het gewicht van een groendak te kunnen dragen en vakken te creëren waarin de cellulose ingeblazen kan worden.

De zuidkant bedekken we volledig met zonnepanelen en een dakvenster. De zuidkant kent een zelfde opbouw als het dak van het hoofdgebouw (42 cm cellulose) en kepers met G-tec.

De nokbalk zijn twee aan elkaar geschakelde gelamineerde houten balken. We moesten hiervoor kiezen, omdat er bij de bouw niets anders passend beschikbaar was op de markt.

De nokbalk steunt op twee portieken uit stalen kokers. Deze rusten op slanke ter plaatsen gegoten betonnen sokkels. Bij een eventuele demontage kunnen deze er met een kleine kraan uit geheven worden en elders hergebruikt. De glasgranulaten zijn hier rond aangebracht en dus nergens vermengd met de beton. De stalen kokers blijven zichtbaar in het interieur, want konden niet weg gewerkt worden in de kalkhennep wanden. Het staal zou immers op termijn aangetast worden door het vocht en zouten in de kalkhennep.

Aan de binnenkant wordt een pro clima Intello dampscherm geplaatst, met daarop plafondlatten.

Groendak

gepland

Op de noordzijde van de aanbouw leggen we een groendak. De voordelen waarvoor wij dit doen:

De afvoer van het groendak is gescheiden van alle andere regenafvoer en koppelen we niet aan op de regenwater putten. Hierdoor geraken deze laatste niet vervuilt met sediment van het groendak. Het beperkte water van het groendak, laten we in de tuin infiltreren door middel van en wadi.

We kiezen er ook voor om het groendak in te zaaien en niet te werken met voorbegroeide trays. Het nadeel is wel dat we niet per direct een groen uitzicht hebben, maar de kosten zijn een heel stuk goedkoper en vanuit de zadenmix groeien spontaan de juiste grassen, kruiden, ... die zich thuis voelen op ons dak.

De helling van het groendak is 16 graden. En de oppervlakte 6,61m x 2,86m = 18,62m². Er is een opstaande rand voorzien, waarin het sedum geplaatst wordt. 

Andere systemen

Alvorens we tot deze keuzes kwamen, overwogen we ook andere bouwmethodes. In het kader van de Gerichte Call Bouw van de Green Deal Circulair bouwen werd er aan de UHasselt ook onderzoek gedaan naar alternatieven.

Opties die overwogen werden zijn: CLT  - Suteki - Wikihouse - Steko - Blokiwood - Skellet - Knoopwerk

Box in box

Veel van deze systemen gaan uit van een box-in-box realisatie. Deze bleken om volgende redenen niet praktisch toepasbaar in onze situatie:

Ramen en deuren

Voor de ramen en deuren werken we samen met twee fabrikanten; Döpfner en Internorm. In de achtergevel op de verdiepingen wilde we graag naar buiten draaiende ramen. Döpfner kon ons die leveren in volledig hout. Ook de deur van het inkomsas komt hiervan. Deze is 1 meter breed, voor een eenvoudige doorgang. Het glas bestaat uit drie lagen met Swisspacer. We namen ook glas met verschillende diktes, zodat het ook een akoestische reductie heeft.

De grote raam van de aanbouw en de ramen in de voorgevel bestelde we bij Internorm. Ook hier drielaags glas en hout als kern. Aan de buitenkant kozen we voor een onderhoudsvriendelijke aluminium afwerking. De ramen in de voorgevel krijgen ook terug de T-verdeling zoals typerend voor de huizen in de binnenstad. Er kan ook steeds één vleugel in kiepstand gezet worden.

Dakvensters

In de daken plaatsen we ook 4 dakvensters. Hiervoor keken we zowel naar de merken Fakro en Roto. Om uiteindelijk de laatste te installeren, omdat er leveringsproblemen waren bij Fakro. Fakro heeft wel super isolerende beglazing in zijn gamma, welke gevuld is met krypton-gas. Krypton is echter erg duur, mede door de grote energiebehoefte voor de productie ervan. Men zou hier milieutechnische bezwaren voor kunnen opwerpen.

In het hoofdgebouw kozen we voor één venster dat langs boven scharniert, zodat we een grote doorgang hebben om op het dak te komen voor onderhoud.
De aanbouw kreeg één venster met motor, zodat we dit eenvoudig kunnen openen zonder gebruik te moeten maken van een stok. Het venster zit namelijk erg hoog. Zo kan het venster ook automatisch geopend worden om de woning te ventileren.

Vensterbanken

In de voorgevel laten we de bestaande arduinen vensterbanken onaangeroerd. Doordat we langs binnen isoleren en de ramen bijgevolg ook meer naar binnen komen te zitten, hebben we geen koudebrug.
We moeten echter wel een aluminium profiel voorzien om de venster te laten aansluiten op die bestaande dorpel. Deze zijn in dezelfde kleur als de ramen. Dit wordt door de firma Raemen aangeleverd van Ursus.

In de achtergevel kiezen we voor dorpels in zink (zwart). Dit vanwege de gunstige prijs en snelle levering. Dit sluit esthetisch aan bij de dakgoot en houten achtergevel. Zink is echter wel een eindige grondstof, waarvan de mijnen onder grote druk staan en allicht binnen afzienbare tijd een schaarsgoed gaat worden. Het kan gelukkig wel goed gerecycleerd worden en we gaan er van uit dat het 60 jaar meegaat in onze woning.
Zink in de voorgevel vonden we geen optie, omdat zeker het venster aan de straatkant op het gelijkvloers wordt blootgesteld aan de elementen van de stad. En elke kras in zink is een beschadiging in de natuurlijke beschermend oxidelaag. En verzwakt het materiaal dus op langere termijn. Ook zijn krassen niet te herstellen of camoufleren.

Dorpels

De voordeur in de voorgevel blijft behouden vanwege het inkomsas (zie hiervoor bij ontwerp). De arduinen dorpel moet bijgevolg ook niet aangepast worden.

De twee andere deuren, welke nieuw zijn, worden uitgevoerd met een zogenaamde Duitse dorpel. Dit garandeert een luchtdichte sluiting van de deur met het kader. Een valdorpel of automatische tochtborstel, zou dit nooit kunnen bereiken. Deze Duitse dorpel is erg smal, en heeft maar een kleine opstaande rand. Hierdoor sluit de vloer naadloos aan en blijft de woning comfortabel toegankelijk. Ook als het wat moeilijker zou gaan met een rollator of rolstoel.

Zonwering

Hand in hand met de ramen, werd ook de zonwering geplaatst.

Foto's

Technieken

Zonne-energie

Na een lange zoektocht leerden we het systeem van Victron Energy kennen. We werken hiervoor samen met Wase Zon. We combineren verschillende componenten van Victron tot een open systeem. De voordelen die wij zien:

Meer over Victron systeem kan u lezen op Ysebaert: https://ysebaert.be/nl/hybrid+energy/s3-thuisbatterij.

Op ons hoofd gebouw leggen we 2 x 9 zonnepalen. 9 aan de voorkant en 9 aan de achterkant. Ons dak heeft een oost-west oriëntatie, waardoor we gedurende de hele dag zonne-energie kunnen hebben. Op termijn kunnen er ook nog panelen komen op de aanbouw, waarbij het dak zuid georiënteerd is.

Technische specificaties PV-panelen:

De montage van de panelen gebeurt door middel van dakhaken, die in de kepers worden vastgeschroefd.  Dit geeft de meest sterke montage, die hoge windlasten kan weerstaan. Geen risico dus op losgetrokken pannen of gebroken panlatten, met dakhaken die klemmen of geschroefd zijn aan de panlatten.

Voor de batterijen kiezen we voor de Pylontech batterijen op basis van Lithium ijzerfosfaat (LiFePO4 / LFP). Die kunnen erg hoge temperaturen weerstaan, waardoor het gevaar op brand of explosie erg klein is. We zouden kiezen voor de 19" rack versie, die we op termijn eenvoudig kunnen uitbreiden. En op basis van ons budget nu klein beginnen.

We dromen er ook van om op termijn een DC-grid in onze woning hierop rechtstreeks aan te koppelen. Ook de zoutwater batterijen van Green Rock intrigeren ons mateloos.

Sanitair warm water

Onze grootste energiebehoefte zit in de bereiding van sanitair warm water. Vanzelfsprekend gaan we deze op een fosielvrije manier invullen, dus komt men al snel uit bij een warmtepomp. Er zijn reeds vele overwegingen gemaakt en tot op heden is de definitieve beslissing nog niet gevallen.

Bij voorkeur hebben we een kleine warmtepomp, die al dan niet geïntegreerd is met de ventilatie. Deze kunnen we dan op de zolder plaatsen. Dit systeem zouden we dan willen aanvullen met een grote boiler of buffervat in de badkamer. Dit staat dan dicht bij de verbruikers en kan een grote hoeveelheid (> 200l) warm water herbergen. Op die manier hebben we een goedkope batterij om de energie uit onze zonnepanelen te stockeren.

Problemen waar we tegenlopen is dat vele systemen overgedimensioneerd zijn voor onze woning of het, meestal kleine buffervat, niet losgekoppeld kan worden van de warmtepomp. De voor ons overgedimensioneerde systemen hebben vaak ook behoefte aan een buitenunit. Zo'n unit in onze tuin, aan de achtergevel of op het dak, vinden we esthetisch niet zo mooi.

Mocht iemand zich geroepen voelen om ons hier mee te helpen, dan horen we het graag!

Ventilatie

Doordat de woning volledig luchtdicht gebouwd wordt, is het noodzakelijk om mechanisch te ventileren. Hiervoor werken we samen met Juvah.

De keuze valt hier op een ventilatie D systeem. Hierbij gebeurt de aan- en afvoer van lucht geforceerd. De volumes van afgezogen en aangezogen lucht moeten gelijk zijn, vandaar dat het ook soms een balansventilatie wordt genoemd. De warmte in de afgezogen lucht wordt gerecupereerd door een warmtewisselaar. Zo worden de warmteverliezen beperkt. Men kan ook de warmte actief gaan recupereren met behulp van een warmtepomp. De efficiënte stijgt, ten koste van een beetje meer elektriciteitsverbruik en een complexer toestel.

We hadden enige tijd een toestel op het oog, maar door leveringsproblemen moeten we deze keuze nu heroverwegen. Zodra het merk en type bekend is, leest u het hier.

Sturing

Al die technieken moeten uiteraard aangestuurd worden. We kiezen niet voor een specifiek merk van domotica, maar gaan voor een gedecentraliseerd systeem met zoveel mogelijk open componenten.

De basis zal het open source Home Assistant worden, welke we installeren op een RaspberryPi.

Wat niet

Wat we niet doen is een geothermische boring. Dit is voorlopig de heilige graal voor warmtepompen, zeker als je de bron in de zomer kan regenereren (a.ka. terug opwarmen) door een zonnecollector. Bijkomend kan zo'n bron ook nuttige zijn om passief te koelen in de zomer.

In onze stadstuin is het onmogelijk om een geothermische boring uit te voeren. Op termijn kunnen we misschien wel een klein warmtenet ontwikkelen op het garageplein achter onze woning.

We installeren ook nu geen klassieke zonnecollector. Ondanks zijn ongelooflijke rendement, zou deze teveel plaats innemen op ons dak in verhouding tot de energie die we er nuttig van kunnen aanwenden. Want immers in de zomer, zal deze heel snel een buffervat op temperatuur kunnen brengen. Eenmaal het buffervat op temperatuur is, zal de zonnecollector niet meer kunnen werken en nutteloos op je dak liggen voor enkele uren. De stroom die een PV-paneel opwekt, kan je wel nuttig blijven gebruiken.

Trap

Een veel voorkomend probleem bij renovatie en verandering van vloerafwerking is de aansluiting van de trap. Door een wijziging in de dikte van vloerafwerking, sluit de eerste of laatste trede niet meer mooi aan. Vooral die laatste treden aanpassen, resulteert in een wijzigende optrede van de trap, met discomfort tot gevolg. De volledige trap aanpassen, is de enige goede optie. Maar aangezien een trap vaak maatwerk is, resulteert dit in een grote kost.

Wij vonden de oplossing in de modulaire trap van Spira, de Spirwill. Elke trede is een aluminium module, die aan elkaar gezet worden met 4 stevige bouten. Door sleuven, kan de optrede tot op de milimeter geregeld worden van 170 en 210mm. Er zijn rechte en draaiende modules, daarmee kan je zowat elke trap bouwen.

Doordat de modules eenvoudig gestapeld kunnen worden en niet teveel wegen, konden we ze ook eenvoudig in onze auto vervoeren. In elkaar zetten, doen we zelf.

Als afwerking van de trede kan je kiezen uit diverse materialen. Wij plaatsen voor de eerste jaren eenvoudige en goedkope planken uit een CLS/SLS balk.

We optimaliseerde het systeem door de begin en eindstukken zo te laten maken, dat ook die in de hoogte bijgesteld kunnen worden. Dat had de fabrikant nog nooit eerder gedaan en dat hun product perfect circulair is had men ook nog niet gerealiseerd. Duurzaam is het zeker, want het hangt al jaren bij de fabrikant buiten aan de gevel. Dus ook ideaal voor een trap in je tuin. Wij werpen ons alvast op als ambassadeurs, door aan alle geïnteresseerde mini versies uit te delen die we kregen van Spira.

Tuin en groen

gepland

In de tuin plaatsen we twee identieke tanks van 2000l in de grond. Dit in PVC van het merk DS Plastics en het type RH2000.

Een ervan doet dienst als septische put en de tweede als regenopvang. Samen met de regenton in de kelder, bekomen we zo een opslag van 5000l regenwater. We hopen op termijn nog een flatline model van 5000l extra te kunnen ingraven in de tuin, om zo in totaal 10000l water te kunnen stockeren voor tijdens de droge zomers.

Door niveau verschillen en beperking in plaats, kunnen we spijtig genoeg niet alle tanks door middel van communicerende vaten met elkaar laten samenwerken. En moeten we verschillende pompen gaan installeren om al het water bij de verbruikers te krijgen. Momenteel moet dit nog uitgewerkt worden.

Verder verwijderen we alle verharding en bebouwing achter de woning. Met uitzondering van de garage. In de vrijgemaakte ruimte gaan we een stadstuin aanplanten met bomen en een gezellige patio maken voor in de zomer.

Zie ook het groendak van de aanbouw, voor meer info daarover. Je leest daar onder andere over de kleine wadi die we in de tuin integreren.

Aan de voorgevel installeren we een tegeltuin.